Het tweede boek van de Orde van de Lotus begint met de verdwijning van Linde en beschrijft o.a. wat de monniken ontdekken over mysteriën in hun verleden en vergeten vaardigheden.
Het tweede boek van de Orde van de Lotus begint waar het vorige boek eindigde, met de verdwijning van Linde.
Beas komt tijdens zijn onderzoek in een hachelijke situatie terecht, waardoor zijn collega een poging moet doen om hem en een vluchtelinge te beschermen. Tegelijkertijd hebben Elane en Linde, rivalen van elkaar, de nodige beproevingen te doorstaan. Linde's dochter Marinde wordt geconfronteerd met wegvallende zekerheden; haar leven komt op de kop te staan.
Het onderzoek naar het mysterieuze wezen en de dood van de molenaar gaat verder.
De monniken ontdekken meer en meer over mysteriën in hun verleden en over vergeten vaardigheden. Monnik Ma-Nander ontwaakt: hij is de verbinding tussen de thuisblijvers en degenen die op reis zijn om taken voor de Orde te vervullen. Hij wordt de schakel tussen het zichtbare alledaagse en het onzichtbare spirituele en geacht het onmogelijke voor elkaar te krijgen.
