Plutocraten

De opkomst van de superrijken en het achterblijven van de rest

In de afgelopen decennia heeft zich een nieuwe klasse gevormd: de superrijken. Het zijn hoogopgeleide en internationaal georiënteerde mannen en vrouwen – denk aan speculant en filantroop George Soros,metaal- en oliebaron Len Blavatnik, staalmagnaat Aditya Mittal en telecommiljardair Naguib Sawaris – die de belangrijkste aanjagers zijn van de globalisering en de technologische revolutie. In veel westerse landen en in snel groeiende economieën als China en Rusland is met de groei van het aantal superrijken de inkomensongelijkheid enorm toegenomen. Zo is het gezamenlijke vermogen van de onderste 40 procent van de Amerikaanse bevolking circa 95 miljard dollar, wat niet heel veel meer is dan het vermogen van Bill Gates en Warren Buffett samen.
Door de grote economische macht van de nieuwe financiële elite is hun politieke invloed ook sterk toegenomen. De open uitwisseling van ideeën,mensen en goederen, die zo kenmerkend is voor de geglobaliseerde wereld, komt hierdoor echter sterk onder druk te staan. In Plutocraten plaatst Chrystia Freeland de opkomst van de superrijken in de context van een sterk veranderende wereldeconomie. Zij levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de discussie over het huidige kapitalisme.

Chrystia Freeland is werkzaam bij Thomson Reuters Digital. Ze heeft een wekelijkse column in de International Herald Tribune en schrijft regelmatig voor The Atlantic. Eerder werkte ze onder meer voor de Financial Times, The Economist en The Washington Post. Ze schreef Sale of a Century: The Inside Story of the Second Russian Revolution.

`Voor iedereen die geïnteresseerd is in een van de extreme kanten van het hedendaagse Amerika.' Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz

`Saai wordt haar verhaal nergens, tabellen en grafieken worden de lezer bespaard. In plaats daarvan grossiert ze in aansprekende anekdotes.' de Volkskrant

`Een fascinerend boek over misschien wel een van de belangrijkste economische en politieke ontwikkelingen van deze tijd.' Financial Times