‘Hij is gelijk aan de machtigste god. Hij zal het universum nieuwe vorm geven. Hij zal de aanleiding zijn voor mijn dood. Hij is de Onbepaalde Vreemdeling.’
'Hij is gelijk aan de machtigste god. Hij zal het universum nieuwe vorm geven. Hij zal de aanleiding zijn voor mijn dood. Hij is de Onbepaalde Vreemdeling.'
Het gezicht van de god vertrok in een grimas die het midden hield tussen woede en angst.
'Chaos in mijn domein! Handlanger van de Ragnarok!' riep hij uit.
Het zal je maar gebeuren: een schurk dwingt je een spreuk uit te spreken en het volgende moment bevind je je in de wereld der Noormannen. 'Foutje!' roept de schurk en verdwijnt. Dit overkomt de jonge taalkundige Gunnar. Angstig en onzeker met als enige vaardigheid zijn enorme talenknobbel probeert hij zich te redden in een omgeving waarin mythische wezens werkelijkheid zijn. Gunnar wil maar één ding: terug naar huis. Met de hulp van de Walkure Sigrdrífa gaat hij op zoek. Gaandeweg blijkt dat de schurk niemand minder is dan Loki, de Deugniet. De god smeedt een akelig plan.